Van alle Europese landen zal Nederland het meeste hinder ondervinden van de groeivertraging in China. Dat stelde Reza Moghadam, vicevoorzitter kapitaalmarkten bij Morgan Stanley, woensdagavond tijdens het derde Financieel Diner in Amsterdam, georganiseerd door Het Financieele Dagblad.
In het glazen entreegebouw van het Van Gogh Museum, dat in september voor het publiek werd geopend, wijst Moghadam erop dat de Chinese regering zich ten doel heeft gesteld om de economie dit jaar met 7,0% te laten groeien. Dat is voor Europese begrippen nog altijd fors, maar zou voor China tevens het laagste groeicijfer betekenen in 25 jaar. Omdat China is uitgegroeid tot de tweede economie ter wereld, en een groot importeur van grondstoffen, heeft deze groeivertraging veel invloed op landen die veel exporteren naar China.
Azië en Afrika
De groeivertraging treft Nederland vooral indirect, want de hardste klappen zullen vooral vallen in opkomende markten in Azië en Afrika. Daar exporteren landen – vaak grote grondstoffenproducenten – soms meer dan 30% van hun totale uitvoer naar China.
Nederland exporteert in vergelijking met andere Europese landen weer relatief veel naar opkomende markten. Als de Chinese economie afkoelt en minder grondstoffen nodig heeft, zullen opkomende markten als gevolg daarvan minder gaan importeren en dat raakt de Nederlandse export vervolgens weer.
Waarschuwing
Moghadam is een man die zijn betoog stevig onderbouwt met cijfers en grafieken. Op een van zijn slides laat hij het publiek zien dat 12,8% van de Nederlandse export naar opkomende markten gaat. Dat is aanmerkelijk meer dan andere Europese landen, zoals Frankrijk (4,9%) en het Verenigd Koninkrijk (3,8%). Alleen Duitsland komt met 12,7% van de export nog in de buurt van Nederland.
Moghadam waarschuwt zijn publiek dat de schuldpositie van China kan uitgroeien tot een groot probleem voor de Chinese economie, en daarmee voor de wereldeconomie. Als je de overheidsschuld van het land optelt bij de schuld van de financiële instituties – veelal in handen van de Chinese staat – en de schuld van de staatsbedrijven, dan kom je op een bedrag dat overeenkomt met 245% van het Chinese bruto binnenlands product. In geen enkele andere belangrijke economie is die schuld zo hoog.