Zonnepanelen op het dak, windparken op zee, gas uit koeienmest en elektrische auto’s in de straat. Door de energietransitie veranderen de vraag naar en het aanbod van energie constant. Aan netwerkbedrijven de schone taak om Nederland klaar te maken voor een duurzame, veilige en betaalbare toekomst. Zijn ze hier wel op voorbereid?
Tekst: Sjors Rodenburg
Tijdens de dertiende editie van het FD Energiedebat op 11 november in het Zuiderstrandtheater in Den Haag stond de rol van de netbeheerders centraal. Wat is hun taak? Moeten ze slechts de markt faciliteren óf proactief bijdragen aan de energietransitie? Wat kunnen en mogen ze doen? En wat is het nut van slimme meters?
Bescheiden
Mark de Bruijne is docent aan de TU Delft en deed onderzoek naar de rol van de netwerkbedrijven in de energietransitie. Volgens hem stellen ze zich veel te bescheiden op en zouden ze een actievere rol mogen spelen in het debat. ‘Netbeheerders hebben heel veel kennis van hun netwerken en zijn als geen ander in staat om de mogelijkheden en onmogelijkheden van de energietransitie aan te geven.’
Over de taak van netbeheerders bestond nauwelijks discussie: ze moeten zich puur richten op het in stand houden van een betrouwbaar en betaalbaar netwerk. ‘Er is geen markt voor netwerken’, zei Tweede Kamerlid André Bosman stellig. Wel voegde de VVD’er eraan toe dat de stroomwet het mogelijk maakt om zaken op te pakken waar marktpartijen dat laten liggen. Maar daarbij is terughoudendheid geboden. ‘Het kan ziet zo zijn dat zo’n bedrijf de kosten kan afwentelen op de belastingbetaler.’
Energieapp
Martin Eimers, vicepresident business development bij Nuon/Vattenfall, riep de netwerkbedrijven op vaart te maken met de invoering van slimme meters. ‘Consumenten willen gewoon een lage energierekening,’ rekende hij voor. ‘Met de data van die meters kunnen wij heel mooie waardeproposities maken.’ Eimers prees dan ook de pilot van de Vereniging Eigen Huis, energieleverancier Qurrent en netbeheerder Liander om consumenten met een energieapp tegen uurtarieven elektriciteit en gas in te laten kopen.
Maar Medy van der Laan, voorzitter van Energie-Nederland, de belangenbehartiger van de energieleveranciers die actief zijn op de Nederlandse markt, denkt niet dat veel Nederlanders zitten te wachten op een app waarmee ze ieder moment van de dag hun energietarieven kunnen bekijken. ‘Ik bent zelf een luie consument’, biechtte ze op. ‘Ik denk: hupsakee, de stekker erin en klaar. We weten nog helemaal niet hoe actief de consument gaat worden.’
Bijzaak
CDA-Tweede Kamerlid Agnes Mulder hamerde op de inzet van het kabinet om de slimme meter in te voeren. ‘Minister Kamp had ons beloofd dat de uitrol ervan in 2016 zou gaan lopen, we wachten alleen nog op een stappenplan.’ Maar Han Slootweg, hoogleraar Smart Grids aan de TU Eindhoven, vindt dat slimme meters te vaak tot hoofdzaak gemaakt worden. ‘Ik denk zelf dat het een bijzaak is. Een slimme meter moet dienstbaar zijn.’
Ook Ron Wit, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE), vindt dat het belang van slimme meters wordt overschat. ‘Het is de basis, maar hij doet verder niets.’ De voorvechter van hernieuwbare energie ziet liever dat de energiebelasting verschuift van elektriciteit naar gas. ‘Dat betekent dat je meer gaat betalen voor gas waardoor alle duurzame warmte-opties aantrekkelijk worden. Hoe makkelijk wil je het maken?’
Europese integratie
Waar volgens Remko Bos, directeur Energie bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM), te weinig aandacht voor is, is de samensmelting van de Europese energiemarkt. ‘Het gaat nog te langzaam, maar de integratie zet zich onverminderd voort’, stelde hij. ‘Europa is heel belangrijk om verduurzaming mogelijk te maken. Hierdoor kan de consument goedkopere en schone energie afnemen van de markt. Dat zal leiden tot verdere prijsdalingen.’
Hier was Hans Grünfeld, directeur van de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW), de belangenbehartiger voor de zakelijke energie- en waterafnemers, het volmondig mee eens. ‘Op dit moment loopt Nederland voorop. We hebben het voortouw genomen om te zorgen voor verregaand integratie van de markt.’ En daar plukken Nederlandse bedrijven en consumenten de vruchten van. ‘We profiteren ervan. Lagere prijzen, meer variëteit, nieuwe spelers. Europa is absoluut noodzakelijk. Dit kunnen we in Nederland niet efficiënt oplossen.’