Als de verschillende topsectoren onderling beter gaan samenwerken, kunnen in de toekomst veel meer maatschappelijke problemen opgelost worden. En dat is iets waar het huidige beleid te weinig op inzet.
Dat bleek uit de bijeenkomst van de FD Circle waar ondernemers en experts met elkaar in debat gingen over verschillende smart industries als agrifood, water en hightech. Nu nog is het topsectorenbeleid teveel gericht op co-creatie binnen de sectoren, terwijl er juist veel kansen liggen als je naar buiten kijkt.
Groei economie
Er liggen flink wat uitdagingen voor de topsectoren in ons land. Gezamenlijk zijn ze goed voor een kwart van het bbp, berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onlangs over het jaar 2015. Dit aandeel zou echter veel hoger kunnen zijn, blijkt uit dezelfde cijfers. De afgelopen drie jaar bleef de bijdrage van deze sectoren flink achter bij het gemiddelde van de gehele economie.
En nog meer slecht nieuws: zes jaar topsectorenbeleid en de miljarden die erin gepompt zijn leveren onderaan de streep nauwelijks baanbrekende innovaties op. Dat bleek uit een evaluatie van Henk Kamp, voormalig minister van Economische Zaken.
Regionale trots
Het goede nieuws is dat er veel groei zit in de regionale innovatie hotspots. Voorbeelden zijn Eindhoven, Wageningen, maar ook Rotterdam. Daarnaast is de samenwerking tussen bedrijven onderling, maar ook met universiteiten, sterk verbeterd, blijkt uit het concurrentierapport van het World Economic Forum over 2017-2018. Er is minder weerstand onder ondernemers om zaken met elkaar te delen.
Dat bleek ook in het debat tussen verschillende ondernemers die actief zijn binnen de agrifood, hightech en water. Zo is Olaf Waals, manager Offshore van het maritieme onderzoeksinstituut Marin een open innovatieproject gestart gericht op het ontwikkelen van een enorm drijvend eiland. ‘Doordat de zeespiegel stijgt en grote steden in ons land overvol raken moeten we aan nieuwe oplossingen denken. Wij zoeken ondernemers die aan dit project deel kunnen nemen en mee kunnen denken over de uitdagingen die voor ons liggen.’
Paprika’s in plaats van pillen
Iemand anders die in de toekomst veel meer samenwerking ziet tussen de sectoren is Rob Baan, directeur van Koppert Cress. Tuinders kunnen volgens hem veel betekenen voor de gezondheidszorg. Dan moet de focus niet liggen op het doorontwikkelen van groenten, maar op het eten van paprika’s in plaats van het slikken van pillen.
Daar was niet iedereen in de zaal het mee eens, maar men zag wel dat juist door de handen ineen te slaan meer maatschappelijke problemen in de toekomst aangepakt kunnen worden. Daarvoor heeft men niet alleen een ander topsectorenbeleid nodig, maar dat is ook een handschoen die sectoren zelf kunnen oppakken.